Interview Femke Aarts (NEN)

 

“We kunnen met de hele kwaliteitsketen veel meer van toegevoegde waarde zijn”

 

Hoe blijf je relevant in een wereld die razendsnel verandert? Femke Aarts, cfo en bestuurder bij NEN (Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut), windt er geen doekjes om: ‘Al ruim honderd jaar dragen we bij aan de ontwikkeling van private normen. En dat doen we goed. Maar we moeten ook vooruit durven kijken: hoe zien we onze rol in de toekomst? Ik moet er niet aan denken dat we over vijf jaar nog norm-trajecten hebben die drie tot vijf jaar duren. Want dan zijn we hopeloos achterhaald.’

Neem ons eens mee achter de schermen van een normalisatie-instituut. Wat zijn jullie kernactiviteiten?
‘Normen zijn vrijwillige afspraken tussen marktpartijen over de kwaliteit en veiligheid van producten, diensten en werkwijzen. Ze lopen als een rode draad door ons dagelijks leven. Levensmiddelen, fietsen, de bescherming van persoonsgegevens, luchtkwaliteit, medische hulpmiddelen: er zijn allemaal afspraken voor gemaakt. NEN begeleidt en stimuleert de ontwikkeling van normen. We buigen ons dus niet over de inhoud; dat doen experts uit het veld. Als onafhankelijke stichting brengen we partijen bij elkaar in normcommissies en zorgen we ervoor dat ze in consensus tot breed gedragen afspraken kunnen komen. Daarnaast ondersteunen we de toepassing en het gebruik van normen, met trainingen, webinars, whitepapers, enz. En we beheren ruim 37.000 normen.’

Hoe kijken jullie naar de toekomst van normalisatie?
‘Die oorspronkelijke taak zal niet verdwijnen. Over tien jaar willen we nog steeds weten of stekkers van huishoudelijke apparaten veilig zijn. Maar er ontstaan ook nieuwe kansen, en die moeten we echt gaan grijpen. Dat begint met anders denken. Mensen beschouwen normalisatie – maar ook conformiteitsbeoordeling (via testen, inspecteren en certificeren) en accreditatie – te veel als een technisch instrument: een middel om te toetsen of iets aan de eisen voldoet. Maar eigenlijk draait het vooral om de vraag hoe we maatschappelijke impact kunnen creëren. Hoe kunnen we vertrouwen waarborgen, internationale handel bevorderen, innovatie stimuleren, bijdragen aan duurzaamheid…?’

Bijdragen aan een betere wereld?
‘We denken inderdaad dat normalisatie veel meer een oplossing kan zijn om maatschappelijke vraagstukken op te pakken.’ (Grijnst) ‘Ik zeg weleens gekscherend: “Er is geen maatschappelijk probleem in Nederland, of vakbond fnv zit aan tafel.” Ze zijn de ogen en oren van Den Haag. Op strategisch niveau meepraten, actief deel uitmaken van netwerken, weten wie waarmee bezig is… Met NEN zouden we daar ook veel meer naartoe willen. Aanschuiven en op het juiste moment zeggen: “We hebben een afsprakenkader nodig. Dat proces kunnen wij faciliteren.” Ook dat is een vorm van normalisatie: je maakt afspraken, maar op een hoger abstractieniveau.’

Jullie willen je toegevoegde waarde naar de voorkant van de keten verplaatsen?
‘Precies! Vanuit die visie hebben we de Normalisatieagenda 2021-2023 opgezet. Een agenda met thema’s die raken aan de uitdagingen waar Nederland voor staat, bijvoorbeeld op het gebied van digitale transformatie, mobiliteit en sleuteltechnologieën. Via deze agenda gaan we in gesprek met stakeholders die zich regelmatig in het maatschappelijke debat mengen. Wat heeft ons land nodig? En hoe kunnen we daarin samen optrekken, zodat we een gedeelde maatschappelijke opdracht krijgen? Daarnaast willen we kritisch naar ons aanbod kijken. Producten en diensten hebben een steeds kortere levens-cyclus. Wij moeten in diezelfde snelheid gaan meebewegen, anders zijn normen straks niet meer dan een soort zekerheid achteraf. En dat zou echt zonde zijn.’

Kun je een voorbeeld geven?
‘Bij acute problemen kunnen we NEN-spec inzetten, een soort mininorm die maximaal zes maanden geldig is. Door online samen te werken en zoveel mogelijk processtappen te comprimeren, kunnen we zo’n norm binnen drie tot zes weken opstellen. We vragen experts uit het veld om een 0.9-versie te maken. Deze versie leggen we voor aan andere experts. Met hun input komen we dan tot een 1.0-versie. Met zo’n tijdelijke afspraak kunnen we de maatschappij heel snel van een oplossing voorzien. In 2020 hebben we bijvoorbeeld een NEN-spec ontwikkeld voor hergebruik van medische hulpmiddelen, voor eenmalig gebruik tijdens de coronapandemie. Deze is ook actief gebruikt voor beademingsslangen.’

NEN is een van de spelers in de kwaliteitsinfrastructuur. Hoe zouden jullie hierin met de tic-industrie en de RvA kunnen optrekken?
Ze leunt even achterover en buigt dan weer naar voren: ‘Het is natuurlijk reuze- interessant om, bijna greenfieldachtig, met elkaar te verkennen hoe we die impact en snelheid in de hele kwaliteitsketen kunnen doortrekken. Ik geloof echt dat we veel meer van toegevoegde waarde kunnen zijn. Maar dan moeten we wel allemaal meebewegen. Wat ik heel erg mis, is een goede feedbackloop. We werken nu lineair (van NEN naar tic-industrie naar RvA), in plaats van circulair. Zo zouden beoordelaars van de RvA onze “ogen en oren” in het veld kunnen zijn. Want zij beschikken over waardevolle informatie om normen continu te vernieuwen en verbeteren. Het lijkt me ontzettend leuk om dat samen op te pakken.’

OVER FEMKE AARTS

Studie
Business Administration and Business Economics aan de Radboud Universiteit Nijmegen en Change Management en Organizational Design aan Utah State University

Werk

• Vormt sinds juli 2019 samen met Rik van Terwisga het bestuur van NEN
• Was daarvoor directeur financiën en bedrijfsvoering en plaats-vervangend algemeen directeur bij vakbond FNV
• Vervulde eerder vergelijkbare functies bij Stichting Pantar Amsterdam

Trivia
Houdt van gezellig eten en drinken met familie en vrienden (‘En koken geen bezwaar’), motorrijden in bergachtige omgevingen en reizen (‘Voor geschiedenis en natuur, het liefst met heel mooi weer’)

Interview: Eefje Gerits
Foto: Just Justa

 

Download hier het volledige publieksverslag 2020 ‘Samen met vertrouwen vooruit’.