Commissie Accreditaties herbenoeming Mariëlle Stoelinga en Petra de Weerd-Nederhof

Wat houdt jullie rol in de Commissie Accreditaties precies in?

Petra: ‘We hebben een adviserende rol naar het bestuur. De vijf leden van de commissie beoordelen de dossiers die door de teams van de Raad voor Accreditatie zijn opgesteld. Zo kijken we naar hoe organisaties hun processen hebben ingericht en bestuderen we de afwijkingen, de opmerkzaamheden en de historie in de accreditatiecyclus. Ieder lid bekijkt de dossiers eerst individueel, waarna we gezamenlijk vergaderen om onze bevindingen te bespreken. Vervolgens brengen we advies uit aan de raad van bestuur. Dit proces waarborgt onze onafhankelijkheid.’

Mariëlle: ‘Ons advies kan bijvoorbeeld zijn om accreditatie te verlenen of te verlengen. Soms adviseren we een verlicht regime als het goed gaat, of juist om strenger te controleren als zaken niet goed op orde zijn. Of in het ergste geval om een accreditatie in te trekken, maar dat komt gelukkig zelden voor. Meestal volgt er dan eerst een gesprek met het bestuur van de betreffende instelling om te kijken wat er nog verbeterd kan worden.’

Hoe gebruiken jullie je eigen expertise binnen deze rol?

Mariëlle: ‘In mijn dagelijks leven ben ik hoogleraar risicomanagement van hightechsystemen, zowel aan de Universiteit Twente als aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ik heb veel ervaring met het analyseren en beheersen van risico’s, en dat perspectief breng ik mee in mijn rol bij de commissie. In mijn dagelijkse werk zit ik aan de voorkant van het risicomanagement; bij de commissie zitten we juist aan de achterkant ervan, waarbij we operationeel kijken naar wat al is uitgevoerd en hoe we dat het beste kunnen controleren.’

Petra: ‘Ik ben decaan van de faculteit Bètawetenschappen aan de Open Universiteit waar wij onderwijs geven over en onderzoek doen naar innovatievraagstukken op het gebied van digitale transformatie, AI, milieuwetenschappen en duurzaamheid. Ik heb zelf een technisch-bedrijfskundige achtergrond en heb ook innovatie en organisatiekunde gegeven in het kader van risicomanagement. Zo kan ik dus goed beoordelen hoe bedrijven hun processen hebben ingericht en waar verbeteringen mogelijk zijn. Bij de CA kijk ik vooral naar de structuur van de kwaliteitsmanagementsystemen en hoe onafhankelijkheid en onpartijdigheid gewaarborgd worden.

Op welke manier sluit het werk in de commissie aan bij jullie persoonlijke ambities en drijfveren?

Mariëlle: ‘Het geeft echt een goed kijkje in de keuken van hoe dingen in de praktijk gaan. We zien heel diverse bedrijven en processen en beoordelen hoe zij hun risico’s managen. Dat houdt het werk afwisselend en uitdagend, en het is boeiend om te zien hoe je met je expertise impact kunt hebben op de kwaliteit van organisaties.’

Petra: ‘Wat ik heel leuk vind, is de diepgang en de variatie in de dossiers. We kijken naar alles, van medische laboratoria tot industriële bedrijven. Dat maakt het werk heel divers en ik leer er veel van. De samenwerking met collega’s die elk hun eigen expertise meebrengen, maakt de discussies ook waardevol.’

Hoe combineren jullie het werk voor de commissie met jullie andere professionele verplichtingen?

Mariëlle: ‘Wij hebben een duo-functie: Petra en ik wisselen elkaar af omdat we beiden fulltime werken naast deze rol, en dat werkt goed. Want het is behoorlijk intensief. Per vergadering behandelen we soms wel 14 tot 20 dossiers en elk dossier vraagt echt aandacht. Ik verdeel dit werk dan ook, bijvoorbeeld door per dag een aantal dossiers door te nemen. Anders verlies je de scherpte.’

Petra: ‘We zorgen ervoor dat er altijd één van ons bij de vergaderingen aanwezig is. De andere leden van de commissie zitten er elke maand bij. We hebben goed contact over de inhoud en wisselen onze inzichten en ervaringen met elkaar uit. Dat houdt ons scherp en zorgt ervoor dat we elkaar goed aanvullen.’

Welke trends en ontwikkelingen spelen een belangrijke rol in de toekomst van accreditaties?

Mariëlle: ‘Er is een duidelijke beweging richting meer risico-gestuurd werken, waarbij niet elke organisatie op dezelfde manier beoordeeld hoeft te worden. AI en data-analyse gaan daarin een steeds grotere rol spelen. AI kan helpen om sneller afwijkingen te signaleren, maar het blijft essentieel dat wij de context goed begrijpen en dat er altijd een menselijke toets is.’

Petra: ‘Data-gedreven werken wordt steeds belangrijker. We moeten goed nadenken over hoe we data op de juiste manier kunnen verzamelen en gebruiken om tot betere beslissingen te komen. De toekomst vraagt om flexibiliteit en continu bijleren, zowel voor ons als voor de organisaties die we beoordelen.’

Mariëlle: ‘We moeten als commissie blijven meebewegen met de veranderingen. Het gebruik van technologie en data-analyse biedt weliswaar veel nieuwe mogelijkheden, maar we moeten ook zorgen dat we de menselijke maat behouden. Het is een continu proces van aanpassen en verbeteren, en dat maakt ons werk zo waardevol.’